© TC de Markies 2018
Vogezen 2018
De Vogezen… een reisverslag? Of….  Het begon allemaal in het begin van het jaar met de mededeling dat er een meerdaagse fietstocht voorbereid werd. Er was .o.a. info  over het doel, het aantal dagen, de routes en, vooral voor mij belangrijk, de gemiddelde snelheid die er op de  dagdelen gereden zou gaan  worden. Alhoewel het mij erg aansprak was er toch twijfel, grote twijfel… Zal ik, of zal ik niet. Kan ik het aan of….Ik wist het niet en besloot daarom maar om de tijd het antwoord te laten geven. Ik hoefde er niet eens zo lang op te wachten. Ik kreeg namelijk al gauw de deelnemerslijst  onder ogen en  aan de hand daarvan kon ik  een beetje inschatten hoe het allemaal zou gaan verlopen. Het zouden vast drie groepjes worden. Een paar op koprijders, een peloton en een groepje voor een beetje achteraan. In wielertermen de bus. Op die lijst stonden er voor mij voldoende die ik zou kunnen inschatten als buspassagiers en waartussen  ik dan, op de achterste rij natuurlijk,  mijn plekje wel  zou vinden. Dus toch maar inschrijven  en betalen.  Stom. .vreselijk stom… want niet veel later bleek dat deze beslissing veel te snel genomen was. Tot mijn grote schrik merkte ik namelijk dat een paar van die potentiele achteraan rijders  de uitdaging kennelijk toch te groot vonden en daarom een listige manier hadden bedacht om zonder angst voor hoongelach en  minachtende opmerkingen, en vooral met geld terug, hun inschrijving in te trekken. Dit had voor mij natuurlijk grote gevolgen. Ik besloot daarom maar om dezelfde truc toe te passen. Maar helaas… het lukte me niet om die tactiek voldoende onder de knie te krijgen. Met slechts wat schaafwonden, wat kneuzingen, en een  flinke deuk in mijn ego, kon ik echt niet aankomen voor intrekking en geld terug.                                                                       Er zat dus niets anders op dan toch maar gewoon mee gaan. Alleen was er nog een groot probleem bij vier dagen van huis. Ik ben namelijk nog steeds gewend om toch nog wel iedere dag een keer  euh nou ja je weet wel…     Maar ook dit probleem leek opgelost toen ik te horen kreeg wie mijn kamergenoot zou worden. Goedgemutst zou hij in de Vogezen dagen  de mankementen aan mijn  racefietsje repareren. En zo stond ik de bewuste donderdagmorgen aan de start voor de grote uitdaging die begon met het eerste deel als bestuurder van de bezemwagen. Dat ik daar later die dag nog een keertje in zou belanden, daar praat ik eigenlijk niet zo graag over.    Voor mij begon het dus voor het echie pas na mijn chauffeursdienst. Al gauw merkte ik tot mij grote schrik dat de mooie en wervende teksten die opriepen tot deelname, niet helemaal de lading dekte. Ik kon meteen aan de bak met proberen  het tempo wat te temperen. Tandje terug mannen… kilometertje minder… het ligt uit mekaar… rustig optrekken.. Voor de zekerheid had ik een aantal van deze afremmende woorden  voor mezelf op voorhand al opgeschreven. Ik bleek ze al gauw allemaal nodig te hebben en toen na een verregend ochtenddeel de temperatuur steeds meer op begon te lopen tot 29 en volgens sommige wel 30 graden, wist ik het al. Moeizaam lukte het me net om het aantal kilometers van een gewone club rit  mee te rijden. Maar toen ik, als antwoord op mijn vraag hoe ver we nog moesten, te horen kreeg dat het nog 50 kilometer was, moest ik echt passen en belandde ik, deze keer niet als chauffeur, weer in de bezemwagen. Balend, vooral toen ik door kreeg dat het nog maar 15 ipv  50 kilometer geweest was, onderging ik na de finish  de, met ondertoon, goedbedoelde opmerkingen. Goed gedaan…klasse dat je toch mee gegaan bent…iedere dag de helft is voor jou ook al goed hoor… als je er mee geholpen bent, kan je misschien morgen mijn chauffeursdienst overnemen… Als het nodig is breng ik je wel naar de trein hoor. … Ik kon ze niet verdragen, zeker niet omdat ik met de benen van die dag, de daaropvolgende dagen nog bakken vol van dat soort opmerkingen over me heen zou gaan krijgen.  Met angst en beven stond ik aan de start van dag twee, die  net als de rest van de dagen alleen nog maar op en af zou gaan. Vol onzekerheid had ik de aanbiedingen om chauffeursdiensten over te nemen  nog even in beraad gehouden. Maar dan heeft het leven van een sporter soms onverwachte wendingen. Vanaf de eerste trap voelde ik het al. Omhoog, omlaag, hard of rustig, het maakte helemaal niks uit. Het ging allemaal zo makkelijk. Verwonderd besloot ik niet te vroeg te juichen, maar kon het toch niet laten om een groot aantal eerste plaatsen weg te kapen bij de sprints om de plaatsnaambordjes.   Opgelucht beleefde ik een heerlijke avond in een Frans hotelletje. En omdat het toch wel  uit zal komen, verhaal ik ook maar even over een klein uitstapje met die Franse medewerkster van dat hotel. Het lukte me om haar mee te krijgen naar de dependance waar onze slaapvertrekken waren, en waarvan de toegangskaart van onze kamerdeur dienst  weigerde. Je machere avec toi…Ze liep wel even met me mee, bood ze aan. Onderweg, lopend langs het plaatselijke  oorlogsmonument, vertelde ze over het hoe en waarom  daarvan. Met ook nog  een interessant stukje geschiedenis over  een aanval van soldaten op de fiets!! Een klein, helemaal niet ter zake doende detail was ook nog dat ze die oorlog van 1914-1918 kennelijk zelf nog meegemaakt had. Gearmd liepen we verder. Natuurlijk voelde ik achter ons de ogen van de kennelijk wat jaloerse fietscollega’s  en ik wist al dat in deze tijd van camera’s en fototoestellen niets verborgen zou kunnen blijven. En natuurlijk deed de kaart om de kamerdeur te openen het bij haar prima. Mijn aanbod om dat van binnenuit ook even te testen werd helaas  beleefd afgeslagen. In de kamer  zat immers helemaal geen met de kaart werkend toegangssysteem. Even later zag ik dat de door die paparazzi opgenomen plaatjes al driftig rond werden gestuurd. Ze hadden het thuisfront al gauw bereikt.  Ik zal jullie niet vermoeien met de consequenties die dat voor mij heeft gehad. Maar even voor de duidelijkheid.. dat wat stoere stukje over iedere dag toch nog wel een keer…nou vergeet dat maar, hij…Het! het! zit  er voorlopig voor mij echt niet meer in. Het werd daar op dat vredige pleintje een avond die ik niet gauw vergeten zou. De rustige gesprekjes, de over het pleintje galmende schaterlach, het soms met elkaar stil  genieten en het op die momenten diep  met elkaar verbonden voelen. En  dat allemaal  voor dat hotelletje op een plekje waar het verleden bijna voelbaar was en waar ik ondervonden heb  dat  genieten zonder dat er woorden nodig zijn de mooiste ervaring is die je kan ondergaan  Het werd een avond die voor mij hoog op lijst van herinneringen aan de Markies zal blijven staan.  (nee natuurlijk niet meer  boven aan, die plek is later ingenomen  door een ander hoogtepunt met  andere hoofdrolspelers. Ik loop er nog steeds niet erg makkelijk van Maar goed, Fietsdag drie verliep eigenlijk zoals ik gehoopt had. Het aantal gewonnen plaatsnaam sprintjes was aan het einde van de dag zo hoog opgelopen dat niemand dat aantal nog zou kunnen halen. Ik stak er duidelijk met kop en schotel bovenuit. Maar helaas, een beloning met een plaatsnaambordjeskampioenstrui zat er voor mij weer niet in. De wat schurende herinnering aan een eerdere combinatie van een trui en mijn persoontje lag kennelijk nog iets te vers in het geheugen.  Dat met een man of veertien voor een aantal dagen bij elkaar altijd wel een ruw kantje zou komen te zitten, bleek wel op die avond. Gelukkig kon dit ruwe stukje al gauw wat worden afgevlakt zodat  wat  was, gebleven is, en zich zelfs nog wat verder heeft verdiept. Natuurlijk zijn er altijd die van horen zeggen  een eigen waarheid kunnen maken, daar graag  een oordeel over willen ventileren en het ruwe kantje nog wel even in stand willen houden. Helaas  was er deze keer  geen schijn van kans op ook maar enig gewin.  De laatste dag, de dag waar het allemaal eigenlijk om zou gaan. Nee, het roepen van tandje terug, kilometertje langzamer, rustig aan… was echt niet meer nodig. Kennelijk was iedereen bezig met het belangrijkste middagdeel. Al vanaf het begin werden er allerlei trucs en tactieken aangewend om de tegenstanders  uit te schakelen. Dat ik bij de groep kanshebbers werd ingeschaald bleek wel uit het feit dat er werd geprobeerd  mij van de fiets te rijden. Kennelijk was men vergeten dat wie een kuil graaft voor een ander…..  Zonder al te veel lichamelijke en mechanische  schade kon hij zijn weg vervolgen. De fanatieke op kop rijders waren er ook niet meer. Ze reden achterin  zgn. om wie het wat lastig had te ondersteunen, of  waren ineens met chauffeursdienst belast in de bezemwagen te vinden.    En dan was daar het middagdeel  van die dag. De echte bergen. De eerste werd al een heel gevecht om winnend  over de top te komen.. Tactisch liet ik het allemaal gebeuren, wachtend  op DE berg. De berg  genoemd in alle voorbereidende bespiegelingen. De berg van de eindstreep. Al vanaf de start nestelde ik me vooraan de groep, het tempo bepalend op het zoveel mogelijk voorkomen van demarrages. Er werd al gauw geroepen. Rustig aan!! Wachten!! Bij elkaar blijven!!  Natuurlijk trapte ik daar niet in. Ja ja,  drie-en een halve dag heb ik geroepen en geprobeerd het tempo wat naar beneden te brengen, meestal met een resultaat van korte duur. Maar nu, nu wist ik wel wat er ging gebeuren. Allemaal rustig aan en dan de laatste kilometer allemaal over me heen.. Nee, gestaag voerde ik het tempo steeds wat op. Er werd  water over me heen gespoten, aan mijn shirt getrokken, weer geroepen. Stoïcijns trapte ik door op de steeds steiler wordende stukken. Nog maar eentje die in  mijn wiel zat. Vuile plakker. Nog een schepje er boven op. Hij is voor jou, riep hij. Waar had ik hem dat wel eens eerder horen roepen. Maar dan.. (natuurlijk  beseffend dat wie gewild had, over mij heen gedenderd was) reed ik, van binnen juichend, over de streep. Ik, winnend op het belangrijkste stukje van hele rondrit, onbegrijpelijk. Tot dat….  Opkijkend keek ik in het gezicht van een leperd van een deelnemer. Hij stond lachend pal onder het bordje van de col. Ik had hem nog gezien bij de laatste rust, toen hij zei dat hij even naar het toilet moest.  Shit… weer een overwinning die er  geen was. Ik zal er mee moeten gaan leven..    Maar….. Is het nou zo belangrijk  wat er hier allemaal geschreven staat? Wel nee, natuurlijk niet. Nee belangrijk is voor mij dat het vier geweldige, bijzondere, sfeervolle, vriendschappelijke en behulpzame dagen waren. Het was fantastisch om het allemaal mee gemaakt te mogen hebben. Alleen al omdat het  nog meer  bevestigd heeft  waarom ik zo  graag lid wil zijn van onze club. De club waar verschillend mag worden gedacht over wat wenselijk is maar ook  wat misschien wel niet, waar  de humor soms om te lachen is, maar soms ook wel erg plat, waar je respect verdienen moet, maar waar  het geven daarvan soms  vergeten wordt, waar bemoedigende woorden of complimenten je zeker niet worden onthouden, maar ook waar je  wordt aangesproken als dat nodig is. Maar vooral waar we er voor elkaar zijn op de momenten die er echt toe doen.   Nee beste leden  wij zijn zeker niet zomaar een gewoon cluppie.  Wij zijn met heel veel trots Tour club de Markies.   Richard Snijders
© TC de Markies 2018
Vogezen 2018
De Vogezen… een reisverslag? Of….  Het begon allemaal in het begin van het jaar met de mededeling dat er een meerdaagse fietstocht voorbereid werd. Er was .o.a. info  over het doel, het aantal dagen, de routes en, vooral voor mij belangrijk, de gemiddelde snelheid die er op de  dagdelen gereden zou gaan  worden. Alhoewel het mij erg aansprak was er toch twijfel, grote twijfel… Zal ik, of zal ik niet. Kan ik het aan of….Ik wist het niet en besloot daarom maar om de tijd het antwoord te laten geven. Ik hoefde er niet eens zo lang op te wachten. Ik kreeg namelijk al gauw de deelnemerslijst  onder ogen en  aan de hand daarvan kon ik  een beetje inschatten hoe het allemaal zou gaan verlopen. Het zouden vast drie groepjes worden. Een paar op koprijders, een peloton en een groepje voor een beetje achteraan. In wielertermen de bus. Op die lijst stonden er voor mij voldoende die ik zou kunnen inschatten als buspassagiers en waartussen  ik dan, op de achterste rij natuurlijk,  mijn plekje wel  zou vinden. Dus toch maar inschrijven  en betalen.  Stom. .vreselijk stom… want niet veel later bleek dat deze beslissing veel te snel genomen was. Tot mijn grote schrik merkte ik namelijk dat een paar van die potentiele achteraan rijders  de uitdaging kennelijk toch te groot vonden en daarom een listige manier hadden bedacht om zonder angst voor hoongelach en  minachtende opmerkingen, en vooral met geld terug, hun inschrijving in te trekken. Dit had voor mij natuurlijk grote gevolgen. Ik besloot daarom maar om dezelfde truc toe te passen. Maar helaas… het lukte me niet om die tactiek voldoende onder de knie te krijgen. Met slechts wat schaafwonden, wat kneuzingen, en een  flinke deuk in mijn ego, kon ik echt niet aankomen voor intrekking en geld terug.                                                                       Er zat dus niets anders op dan toch maar gewoon mee gaan. Alleen was er nog een groot probleem bij vier dagen van huis. Ik ben namelijk nog steeds gewend om toch nog wel iedere dag een keer  euh nou ja je weet wel…     Maar ook dit probleem leek opgelost toen ik te horen kreeg wie mijn kamergenoot zou worden. Goedgemutst zou hij in de Vogezen dagen  de mankementen aan mijn  racefietsje repareren. En zo stond ik de bewuste donderdagmorgen aan de start voor de grote uitdaging die begon met het eerste deel als bestuurder van de bezemwagen. Dat ik daar later die dag nog een keertje in zou belanden, daar praat ik eigenlijk niet zo graag over.    Voor mij begon het dus voor het echie pas na mijn chauffeursdienst. Al gauw merkte ik tot mij grote schrik dat de mooie en wervende teksten die opriepen tot deelname, niet helemaal de lading dekte. Ik kon meteen aan de bak met proberen  het tempo wat te temperen. Tandje terug mannen… kilometertje minder… het ligt uit mekaar… rustig optrekken.. Voor de zekerheid had ik een aantal van deze afremmende woorden  voor mezelf op voorhand al opgeschreven. Ik bleek ze al gauw allemaal nodig te hebben en toen na een verregend ochtenddeel de temperatuur steeds meer op begon te lopen tot 29 en volgens sommige wel 30 graden, wist ik het al. Moeizaam lukte het me net om het aantal kilometers van een gewone club rit  mee te rijden. Maar toen ik, als antwoord op mijn vraag hoe ver we nog moesten, te horen kreeg dat het nog 50 kilometer was, moest ik echt passen en belandde ik, deze keer niet als chauffeur, weer in de bezemwagen. Balend, vooral toen ik door kreeg dat het nog maar 15 ipv  50 kilometer geweest was, onderging ik na de finish  de, met ondertoon, goedbedoelde opmerkingen. Goed gedaan…klasse dat je toch mee gegaan bent…iedere dag de helft is voor jou ook al goed hoor… als je er mee geholpen bent, kan je misschien morgen mijn chauffeursdienst overnemen… Als het nodig is breng ik je wel naar de trein hoor. … Ik kon ze niet verdragen, zeker niet omdat ik met de benen van die dag, de daaropvolgende dagen nog bakken vol van dat soort opmerkingen over me heen zou gaan krijgen.  Met angst en beven stond ik aan de start van dag twee, die  net als de rest van de dagen alleen nog maar op en af zou gaan. Vol onzekerheid had ik de aanbiedingen om chauffeursdiensten over te nemen  nog even in beraad gehouden. Maar dan heeft het leven van een sporter soms onverwachte wendingen. Vanaf de eerste trap voelde ik het al. Omhoog, omlaag, hard of rustig, het maakte helemaal niks uit. Het ging allemaal zo makkelijk. Verwonderd besloot ik niet te vroeg te juichen, maar kon het toch niet laten om een groot aantal eerste plaatsen weg te kapen bij de sprints om de plaatsnaambordjes.   Opgelucht beleefde ik een heerlijke avond in een Frans hotelletje. En omdat het toch wel  uit zal komen, verhaal ik ook maar even over een klein uitstapje met die Franse medewerkster van dat hotel. Het lukte me om haar mee te krijgen naar de dependance waar onze slaapvertrekken waren, en waarvan de toegangskaart van onze kamerdeur dienst  weigerde. Je machere avec toi…Ze liep wel even met me mee, bood ze aan. Onderweg, lopend langs het plaatselijke  oorlogsmonument, vertelde ze over het hoe en waarom  daarvan. Met ook nog  een interessant stukje geschiedenis over  een aanval van soldaten op de fiets!! Een klein, helemaal niet ter zake doende detail was ook nog dat ze die oorlog van 1914-1918 kennelijk zelf nog meegemaakt had. Gearmd liepen we verder. Natuurlijk voelde ik achter ons de ogen van de kennelijk wat jaloerse fietscollega’s  en ik wist al dat in deze tijd van camera’s en fototoestellen niets verborgen zou kunnen blijven. En natuurlijk deed de kaart om de kamerdeur te openen het bij haar prima. Mijn aanbod om dat van binnenuit ook even te testen werd helaas  beleefd afgeslagen. In de kamer  zat immers helemaal geen met de kaart werkend toegangssysteem. Even later zag ik dat de door die paparazzi opgenomen plaatjes al driftig rond werden gestuurd. Ze hadden het thuisfront al gauw bereikt.  Ik zal jullie niet vermoeien met de consequenties die dat voor mij heeft gehad. Maar even voor de duidelijkheid.. dat wat stoere stukje over iedere dag toch nog wel een keer…nou vergeet dat maar, hij…Het! het! zit  er voorlopig voor mij echt niet meer in. Het werd daar op dat vredige pleintje een avond die ik niet gauw vergeten zou. De rustige gesprekjes, de over het pleintje galmende schaterlach, het soms met elkaar stil  genieten en het op die momenten diep  met elkaar verbonden voelen. En  dat allemaal  voor dat hotelletje op een plekje waar het verleden bijna voelbaar was en waar ik ondervonden heb  dat  genieten zonder dat er woorden nodig zijn de mooiste ervaring is die je kan ondergaan  Het werd een avond die voor mij hoog op lijst van herinneringen aan de Markies zal blijven staan.  (nee natuurlijk niet meer  boven aan, die plek is later ingenomen  door een ander hoogtepunt met  andere hoofdrolspelers. Ik loop er nog steeds niet erg makkelijk van Maar goed, Fietsdag drie verliep eigenlijk zoals ik gehoopt had. Het aantal gewonnen plaatsnaam sprintjes was aan het einde van de dag zo hoog opgelopen dat niemand dat aantal nog zou kunnen halen. Ik stak er duidelijk met kop en schotel bovenuit. Maar helaas, een beloning met een plaatsnaambordjeskampioenstrui zat er voor mij weer niet in. De wat schurende herinnering aan een eerdere combinatie van een trui en mijn persoontje lag kennelijk nog iets te vers in het geheugen.  Dat met een man of veertien voor een aantal dagen bij elkaar altijd wel een ruw kantje zou komen te zitten, bleek wel op die avond. Gelukkig kon dit ruwe stukje al gauw wat worden afgevlakt zodat  wat  was, gebleven is, en zich zelfs nog wat verder heeft verdiept. Natuurlijk zijn er altijd die van horen zeggen  een eigen waarheid kunnen maken, daar graag  een oordeel over willen ventileren en het ruwe kantje nog wel even in stand willen houden. Helaas  was er deze keer  geen schijn van kans op ook maar enig gewin.  De laatste dag, de dag waar het allemaal eigenlijk om zou gaan. Nee, het roepen van tandje terug, kilometertje langzamer, rustig aan… was echt niet meer nodig. Kennelijk was iedereen bezig met het belangrijkste middagdeel. Al vanaf het begin werden er allerlei trucs en tactieken aangewend om de tegenstanders  uit te schakelen. Dat ik bij de groep kanshebbers werd ingeschaald bleek wel uit het feit dat er werd geprobeerd  mij van de fiets te rijden. Kennelijk was men vergeten dat wie een kuil graaft voor een ander…..  Zonder al te veel lichamelijke en mechanische  schade kon hij zijn weg vervolgen. De fanatieke op kop rijders waren er ook niet meer. Ze reden achterin  zgn. om wie het wat lastig had te ondersteunen, of  waren ineens met chauffeursdienst belast in de bezemwagen te vinden.    En dan was daar het middagdeel  van die dag. De echte bergen. De eerste werd al een heel gevecht om winnend  over de top te komen.. Tactisch liet ik het allemaal gebeuren, wachtend  op DE berg. De berg  genoemd in alle voorbereidende bespiegelingen. De berg van de eindstreep. Al vanaf de start nestelde ik me vooraan de groep, het tempo bepalend op het zoveel mogelijk voorkomen van demarrages. Er werd al gauw geroepen. Rustig aan!! Wachten!! Bij elkaar blijven!!  Natuurlijk trapte ik daar niet in. Ja ja,  drie-en een halve dag heb ik geroepen en geprobeerd het tempo wat naar beneden te brengen, meestal met een resultaat van korte duur. Maar nu, nu wist ik wel wat er ging gebeuren. Allemaal rustig aan en dan de laatste kilometer allemaal over me heen.. Nee, gestaag voerde ik het tempo steeds wat op. Er werd  water over me heen gespoten, aan mijn shirt getrokken, weer geroepen. Stoïcijns trapte ik door op de steeds steiler wordende stukken. Nog maar eentje die in  mijn wiel zat. Vuile plakker. Nog een schepje er boven op. Hij is voor jou, riep hij. Waar had ik hem dat wel eens eerder horen roepen. Maar dan.. (natuurlijk  beseffend dat wie gewild had, over mij heen gedenderd was) reed ik, van binnen juichend, over de streep. Ik, winnend op het belangrijkste stukje van hele rondrit, onbegrijpelijk. Tot dat….  Opkijkend keek ik in het gezicht van een leperd van een deelnemer. Hij stond lachend pal onder het bordje van de col. Ik had hem nog gezien bij de laatste rust, toen hij zei dat hij even naar het toilet moest.  Shit… weer een overwinning die er  geen was. Ik zal er mee moeten gaan leven..    Maar….. Is het nou zo belangrijk  wat er hier allemaal geschreven staat? Wel nee, natuurlijk niet. Nee belangrijk is voor mij dat het vier geweldige, bijzondere, sfeervolle, vriendschappelijke en behulpzame dagen waren. Het was fantastisch om het allemaal mee gemaakt te mogen hebben. Alleen al omdat het  nog meer  bevestigd heeft  waarom ik zo  graag lid wil zijn van onze club. De club waar verschillend mag worden gedacht over wat wenselijk is maar ook  wat misschien wel niet, waar  de humor soms om te lachen is, maar soms ook wel erg plat, waar je respect verdienen moet, maar waar  het geven daarvan soms  vergeten wordt, waar bemoedigende woorden of complimenten je zeker niet worden onthouden, maar ook waar je  wordt aangesproken als dat nodig is. Maar vooral waar we er voor elkaar zijn op de momenten die er echt toe doen.   Nee beste leden  wij zijn zeker niet zomaar een gewoon cluppie.  Wij zijn met heel veel trots Tour club de Markies.  Richard Snijders